Cases
Jan werkt als verpleegkundige op de interne afdeling van een ziekenhuis. In september hebben alle medewerkers een brief gekregen van de directie met informatie over het komende ‘griepseizoen’. In de brief staat een dringende oproep aan de medewerkers om zich te laten vaccineren tegen de (seizoens)griep. Jan zal aan deze oproep geen gehoor geven in verband met zijn geloofsovertuiging.
In de brief van de directie staat het volgende: “Zoveel als mogelijk moet voorkomen worden dat patiënten in het ziekenhuis griep oplopen door contact met personeel dat griep onder de leden heeft. Als een medewerker zelf griep heeft, kan hij of zij in de aanloopperiode (incubatieperiode) waarin de medewerker vaak nog niet echt ziek is(dus gewoon doorwerkt) al wel het virus overdragen aan patiënten of collega’s. Elk jaar wordt 1 op de 10 personen ziek ten gevolge van griep. Ongeveer de helft van de mensen die griep oploopt krijgt geen klachten maar kan het virus wel overdragen. Gezonde mensen hebben na de griepprik 70% minder kans op griep. Door vaccinatie krijgt je meestal zelf geen griep meer of in ieder geval mochten er toch nog griep(verschijnselen)zijn, dan zijn deze veel milder en duren korter.
Doordat de medewerker zelf niet ziek wordt, is er geen verzuim niet en hoeven de collega’s niet harder te lopen. Er zijn dus meer handen aan het bed beschikbaar! Juist binnen onze organisatie met veel ouderen en chronisch zieken, zijn alle handen noodzakelijk. (Noot van de werkgroep Gewetensbezwaar: Wonderlijk dat alleen dit argument -werkdruk- gebruikt wordt, en niet de mogelijke bedreiging van de gezondheid van de patiënten). Daarom een dringende oproep om je verantwoordelijkheid t.o.v. de patiënten op je te nemen”.
Tijdens de koffiepauze wordt veel gesproken over de inhoud van de brief. De één geeft aan geen moeite te hebben met dit dringende advies, de ander geeft aan tegen vaccineren te zijn omdat je dan inbreekt in Gods voorzienigheid. De manager is enkele keren op de koffie geweest en gaat in gesprek over het advies om je te laten vaccineren. Er hangt een formulier in de koffiekamer en daar wordt bijgehouden wie zich wel/niet heeft laten vaccineren tegen (seizoens)griep.
Jan vindt de werkwijze van de directie niet prettig en denkt na over de volgende vragen:
- Wat is precies mijn mening rondom vaccineren tegen (seizoens)griep?
- Hoe leg ik mijn mening uit aan collega’s die niet het bestaan van God erkennen over mijn keuze om me niet te laten vaccineren?
- Hoe leg ik mijn keuze uit aan collega’s die het bestaan van God wel belijden, maar vanuit de visie op de eigen verantwoordelijkheid wel tot het besluit van vaccineren zijn gekomen?
- Welke redenen draag ik aan? ( denk aan Gods voorzienigheid, gezondheidsredenen, reële dreiging, aansprakelijkheid)
- Kan ik verplicht worden om mij te laten vaccineren? (waarom wel of niet?)
Laatst gewijzigd: augustus 2022