Terug naar Niet-reanimeren

Protocol

Voor het technisch correct uitvoeren van een reanimatie, zijn door de Stichting Landelijke Ambulance Protocollen (LAMP) beproefde protocollen opgesteld.

Voor het niet-reanimeren, anders dan een uitvloeisel van de beslisboom van de LAMP-richtlijnen, is er een voorbeeldprotocol beschikbaar (van CBO, zie verwijzingenlijst). Dit is echter nogal toegesneden op de ziekenhuissituatie:

Werkwijze bij Niet Reanimerenbeleid (NR):

Het NR-beleid dient bij opname (indien mogelijk) besproken te worden met de patiënt en andere betrokken.

  • De patiënt neemt zelf het besluit tot niet reanimeren. De verpleegkundige of verzorgende heeft als taak om deze wens aan de arts duidelijk te maken en de wens van de patiënt te respecteren. De arts dient de wens van de patiënt te respecteren en in te willigen. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de arts verplicht is om de patiënt over alle gegevens en gevolgen te informeren.
  • Voorstel tot niet reanimeren wordt gedaan door patiënt, arts, verpleegkundige of andere. De arts dient van het voorstel op de hoogte gesteld te worden en dient zich op de hoogte te stellen van alle aspecten die bij de besluitvorming een rol spelen en daarbij een afweging te maken. De arts moet zich op de hoogte stellen door middel van overleg met patiënt, familie, verpleegkundigen, collega’s en andere betrokken zoals ook omschreven staat in het NR-beleid.
  • De arts neemt na afweging een Niet-Reanimerenbesluit.
  • De arts dient de patiënt over het genomen besluit in te lichten, ook wanneer er sprake is van een Niet Reanimerenbesluit op medisch indicatie. Dit alles volgens de wet WGBO (Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst), tenzij dit kennelijk ernstig nadeel oplevert voor de patiënt en/of de patiënt niet geïnformeerd wil worden.
  • Gegevens moeten worden verwerkt in het medisch en verpleegkundig dossier. In het medisch dossier voorzien van datum en paraaf.
  • Het genomen besluit wordt wekelijks geëvalueerd en indien nodig vaker. Wanneer het besluit wordt herzien dient dit vermeld te worden in het medisch en verpleegkundig dossier, voorzien van datum en paraaf. Ook dient de patiënt ingelicht te worden.
  • Het besluit is voor alle hulpverleners bindend.
  • Wanneer het Niet Reanimerenbesluit wordt ingetrokken, patiënt met ontslag gaat of is overleden, wordt dit in de medische status vermeld met datum en paraaf. (Bij eventuele heropname kan opnieuw een Niet Reanimerenbesluit worden overwogen.)
  • Een mogelijkheid binnen de verpleeghuis-/verzorgingshuissituatie zou het verstrekken van een WR (wel reanimeren) verklaring kunnen zijn (zie ‘Inhoudelijke aspecten’). Ook zou bovenstaand protocol omgewerkt kunnen worden, waarbij ‘patiënt’ wordt vervangen door ‘bewoner’, ‘verpleegkundige’ eventueel door een andere beroepsbeoefenaar, en de evaluatie van het beleid op dit gebied niet (zo frequent) hoeft plaats te vinden.