Bijbelse visie
Mensen zijn in hun aard seksuele wezens. In Genesis 1: 27 staat letterlijk dat God de mens mannelijk en vrouwelijk schiep. Dit onderscheid werd niet als scheiding bedoeld, maar als mogelijkheid elkaar aan te vullen, zowel lichamelijk als geestelijk (Genesis 2: 20). Dit laat onverlet dat wie niet of nauwelijks met seksualiteit bezig is, daarom nog wel volledig mens is, in weerwil van de alomtegenwoordige nadruk op seksualiteit in de huidige maatschappij. Soms levert afzien van seksuele activiteit zelfs de mogelijkheid op van een speciale gerichtheid op het Koninkrijk van God (zie Mat. 19: 12; 1 Kor. 7).
Uit de Bijbelse visie op seksualiteit kunnen de volgende lijnen worden getrokken:
- seksualiteit is een gave van God en mag als zodanig worden beleefd en gewaardeerd. Het huwelijk vormt de veilige plaats waarbinnen de kwetsbare menselijke seksualiteit tot zijn recht komt.
- seksualiteitsbeleving is een zaak van twee personen en altijd op de anderr gericht.
- lichamelijke seksuele gemeenschap is onlosmakelijk gekoppeld aan de geestelijke eenwording met de seksuele partner.
Seksualiteitsbeleving kan alleen plaatsvinden binnen het door God ingestelde huwelijk tussen man en vrouw, waarbij uitgangspunten van onvoorwaardelijke liefde, onverbreekbaarheid, betrouwbaarheid, gelijkwaardigheid, wederkerigheid en veiligheid voorop staan. Seksualiteit is in beginsel niet zondig. Wel blijkt op dit vlak vaak de gebrokenheid van de schepping, onder meer door:
- allerlei ontsporingen op seksueel gebied. De Bijbel stelt regels en wetten ter bewaring hiervoor (Leviticus 12, 15, 18; Numeri 25). De kwetsbaarheid die eigen is aan de seksuele beleving vraagt om de bescherming van het huwelijk. In dit licht dienen schaamtegevoel en kledingvoorschriften als middelen ter bescherming van de eigen seksualiteit en die van anderen (vgl. Gen. 3: 7; 1 Kor. 6: 19);
- de pijn en verdriet bij mensen die problemen ervaren of beperkt zijn op seksueel gebied en /of hierbij worstelen met onvervulde /onvervulbare wensen en verlangens (bijv. omdat men niet tot een huwelijk kan komen). Wij geloven dat het seksueel beperkt-zijn of van het ongehuwd-zijn een moeite of zelfs gestalte van het kruis kan zijn, dat er om vraagt om door een christen geduldig gedragen te worden, in het besef dat ook dit “niet bij geval, maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomt” (Heidelbergse Catechismus, vraag en antwoord 27). Daarmee is niet gezegd dat met een beroep op Gods Vaderlijke hand en voorzienigheid we de moeiten van anderen kunnen bagatelliseren. Wel is hier de weg gewezen om afhankelijk van God te leven.